Soldaat Jozef Verhaeghe
Jozef Verhaeghe (Ingelmunster, 8 December 1919 - Kuurne, 24 Mei 1940)
Verhaeghe was een soldaat 12e linie - 4 Cie - klas 39. Hij sneuvelde tijdens de Duitse inval in mei 1940 en werd begraven te Bissegem op 11 juni 1940. Verhaeghe had zich tijdens de Leieslag in Kuurne ingegraven. Lange tijd belette hij in zijn eentje dat de Duitsers de Leie konden oversteken. Dit maakte zoveel indruk op de Duitsers dat hij een begrafenis kreeg met Duitse militaire eer.
Joseph was, met zijn zus, van een tweeling en had nog een jongere broer en twee oudere. Zijn moeder was op het ogenblik van zijn dood reeds twee jaar overleden en zijn vader was hertrouwd. Thuis was hij een levenslustige en vrolijke kerel en 's zondags ging hij altijd met zijn oudere broers op stap.
Hij was bakker en banketbakker geworden en werkte eerst in Kortrijk en later in Komen om er Frans te leren. Dat was ook de reden waarom hij een Waals regiment aanvroeg om in militaire dienst te gaan. Zo kwam hij in mei 1939 in dienst bij het 12de Linie, te Luik gekazerneerd in 1940. Van huis uit was hij een echte "vaderlander". Tegen zijn familie in Anderlecht zei hij eens: Als er ooit oorlog komt, dan doe ik mijn plicht tot het uiterste. Je ziet mij nooit terug.
Bij de 4de compagnie van zijn regiment was hij 1ste mitrailleur en scherpschutter. Van uit de citadelle te Luik vertrok het 12de Linie "te velde". Steeds moesten ze achteruit, zonder ooit maar één Duitse soldaat gezien te hebben. Zo kwam Joseph in Poeke, in Oost-Vlaanderen aan. Van daaruit kreeg hij de toestemming van zijn oversten om eens op de fiets naar huis te gaan. Dit deed hij dan ook met twee Bissegemse vrienden van hem. Dat gebeurde acht dagen voor zijn dood.
Toen hij weer bij zijn regiment was, kreeg dit bevel naar Kuurne te marcheren. Joseph kreeg zijn plaats toegewezen tussen de Heulebeek en de Leie, bij de boerderij Vanhaecke en maakte daar zijn mitrailleursnest.
Over Joseph vertelde Achiel Deweerdt (boerenknecht op de hofstede Vanhaecke): "Van uit de kelder van de boerderij heb ik hem steeds bevoorraad: eten, drinken, munitie. Met zijn mitrailleuse maaide hij voortdurend de vijandelijke aanvalsgolven van over de Leie weg; gloeide zijn mitrailleuse, dan nam hij zijn reserve. Zo kon hij zonder ophouden vuren, zodat het haast onmogelijk was hem tijdig de nodige munitie te bezorgen.
Zelf heb ik hem niet zien sneuvelen. Ik was juist in de kelder. Toen hoorde ik er een geweldige slag en dan moet het gebeurd zijn, want daarna zag ik hem morsdood ter plaatse liggen."
De veldwachter van Bissegem kwam enkele dagen na de veldslag bij de familie Verhaeghe het overlijden van Joseph melden. De oudste en de jongste broer gingen kijken naar de boerderij Vanhaecke. Ze hebben hun broer zien liggen in zijn mitrailleursnest: achterover, de benen gekruist, jas en hemd open, het aangezicht blauw en opgezwollen.
Wat later hebben ze de persoonlijke bezittingen van hun broer meegekregen: zijn identiteitskaart, zijn gebedenboekje, zijn pijp, een stukje gordelriem ... zijn horloge is niet teruggevonden.
Zijn lijk werd dan naar Bissegem overgebracht en op het kerkhof ter aarde besteld.