Overslaan en naar de inhoud gaan

Aimé Acton

Aimé François Acton (1918 - 2020)

Aimé werd geboren op 12 augustus 1918 in Montignies-sur-Sambre, een dorp in de provincie Henegouwen, en een deelgemeente van de stad Charleroi. Op 31 maart 1938 werd Aimé opgeroepen als: ‘Milicien de la classe 38 au 2ème régiment de Chasseurs a pied’. Na 5 maanden verlengd hij vrijwillig zijn actieve dienst en treed hij op 18 augustus toe tot het ‘Régiment Cycliste Frontière’. Op 19 augustus tekent hij voor 3 jaar bij als kok en op 10 januari gaat hij zich aanbieden als schutter. Neemt deel aan de oorlog tussen 10 mei en 28 mei 1940 en wordt op 29 mei gevangen genomen door de Duitsers. Aimé Acton is op de leeftijd 102 gestorven op zondag 13 december 2020.

Aimé Acton Vertelt:

'Mei 1940: De première…  Stuka’s beginnen ons in scheervlucht te bombarderen en overal loeiden er sirenes. Als vuurdoop kan dit wel tellen, Er was uiteraard grote paniek en we schuilden overal waar we konden: tuinen, huizen en kelders. Het bleef maar duren, het was verschrikkelijk. Hoe laat was het eigenlijk? Middag? Drie uur in de namiddag?...
Plots kwam het bevel om in kleine groepen te vertrekken, het was een beetje een vlucht. Maar, onderweg vonden we elkaar terug en liepen de ganse nacht (mijn fiets was vernietigd) in de richting van Namen onophoudelijk onder schot van vliegtuigen. ‘Réorganisation ‘, we organiseren een verkennerspatrouille en men vroeg 19 vrijwilligers. Sergeant Chapelle roept: ‘Acton vient avec!...’ We reorganiseren ons, ik krijg een fiets van een jongen met aambeien die met de vrachtwagen zou meegaan. 
De obussen vallen, om gek van te worden. Maar, we zijn vastberaden onze job uit te voeren ondanks de schrik. We weten zelfs niet meer of wij schrik hebben. We krijgen het bevel om ons terug te trekken, maar we blijven toch op onze post en we schieten, schieten, schieten. Weinig later moeten wij toch onze stelling verlaten, we grijpen onze mitrailleur en we haasten ons met de fiets naar onze compagnie. We worden toegejuicht door onze strijdmakkers, we zijn de laatsten die binnenkomen.
De geweerschoten bleven maar duren en we camoufleerden ons om niet gezien te worden. ’s Nachts verplaatsten we ons met de fiets, omdat dit stiller en minder gezien was. Ik weet niet langs waar we zijn gegaan. Langs de Leie zien we een bordje ‘Kuurne’. We worden in een open terrein geïnstalleerd en we moeten gaten graven om er één of twee dagen te blijven, dat weet ik niet zo goed meer. We worden afgelost door het 12e Linie en worden ondergebracht in een huis op de eerste verdieping. We instaleren onze mitrailleur voor een open raam. De luitenant toont ons onze doelwitten en verliezen alle notie van tijd. We slapen half, maar altijd liggen we op de loer. Dan weer een bombardement, er is niets aan te doen. We zwijgen. In dit huis is er geen kelder. Eens het bombardement voorbij, staan wij terug op wacht, wachtend op een nieuw salvo… We krijgen het bevel te schieten op de aangeduide doelwitten in de weide voor ons. Een compagnie van soldaten die nadert met het geweer in aanslag. We schieten om ons te beschermen, zou het een tegenoffensief zijn?'

 

 


Met dank aan Patrick Wylin voor de videomontage